Oud nieuws in de verjongingsketel gegooid – Samhain 2011

Logo rubriek Nieuws - Wiccan Rede Online Magazine
Shinto

Op een grote foto en in een klein stukje tekst liet de Amsterdamse Shintomeester drs. Paul de Leeuw de lezers van Trouw (25 augustus) kennis maken met de Japanse religie Shinto. Volgens Shinto zijn mensen en natuur onlosmakelijk met elkaar verbonden in een cyclus van ontvangen en geven. De mens ontvangt energie en geeft daarvoor dagelijks offers van rijst, zout, water en sake terug.

Alles in de natuur is bezield met de energie van ‘kami’ of natuurkrachten. Ook Shintoschrijnen zijn bezield met deze kracht. Verblijfplaatsen van kami zijn dikwijls herkenbaar aan een koord van rijststro waaraan papieren bliksemschichten zijn bevestigd. Dit beschermt de omgeving tegen negatieve energie.

Shinto bestaat in Japan al duizenden jaren, maar in Europa nu dertig jaar. De Leeuw wordt door Japanse bedrijven in Europa vaak gevraagd ceremonies uit te voeren, bijvoorbeeld bij de inwijding van nieuwe gebouwen.

Braziliaanse religies

In september bezocht Rik Torfs in het programma ‘Brazilië voor beginners’ op de VRT een aantal religieuze stromingen in dat land. In het begin van de uitzending legde hij uit dat hij geen speciale kennis had van het onderwerp; hij dacht bij dat land vooral aan “schitterende voetballers en schitterende vrouwen”.

Torfs is hoogleraar kerkelijk recht aan Katholieke Universiteit Leuven en senator voor de christendemocratische partij CD&V. Het was in het programma goed te merken dat hij katholiek is. Met Candomblé had hij moeite. Volgens hem had deze religie geen heilige schriften en geen concept van goed en slecht. Een van de priesters vertelde dat het het oude geloof was van de slaven uit Afrika, dat werd verboden door de Portugezen en daarom overgoten met een katholiek sausje. Deze priester wilde de koloniale invloed er zo veel mogelijk weer uit werken en terugkeren naar de oorspronkelijke vereringsvormen en godennamen. Een andere priester daarentegen probeerde Torfs er van te overtuigen dat Candomblé en christendom geen tegengestelden waren, omdat de oude Afrikaanse gebruiken ook al werden genoemd in het Oude Testament, namelijk in de passages over het offeren.

Een andere geloofsgemeenschap was die van de spiritisten. Het spiritisme volgens de leer van Allan Kardec heeft in Brazilië veel aanhangers. In de groep die hij bezocht, probeerde men onder meer stemmen van geesten op te vangen door vier verschillende radiofrequenties op te nemen op een magneetband die ondertussen werd bestraald met een oude fosforlamp. Dit keer leverde dat slechts ruis op, maar men had een andere bandopname waarop de stem van de geest Astrogildo te horen was. Torfs vroeg hoe ze wisten of dat geen bedrog was en een man antwoordde dat hij dat eenvoudig geloofde. Het was namelijk geen wetenschap: het berustte niet op bewijzen, maar op een gevoel.

De Indiaanse religie van de Pankararé kon rekenen op de meeste sympathie van de hoogleraar. Hierin ging de beleving van een natuurreligie probleemloos samen met katholieke concepten. Er werden vruchten geofferd aan natuurkrachten en er werd een processie gehouden naar een heilige rots. Mannen dronken de hallucinogene jurema-drank, zongen sjamanenliederen en dansten, terwijl vrouwen de rozenkrans baden en voor Maria zongen. “Onze kracht komt uit de natuur; het is een levende kracht,” legde een man uit. “Door de kostuums van de dansers nemen de natuurkrachten bezit van de dansers, met toestemming van de hoogste God. We gaan naar deze berg als apostelen naar de kruisigingsberg. Het is een zuiveringstocht om de ziel te reinigen.” Hij concludeerde: “als je midden in de natuur bent, ben je dichter bij Jezus.”

‘Onwaardige’ kunst

In Nederland ligt de combinatie van natuurreligieuze en katholieke elementen moeilijker. Eind augustus ontstond beroering nadat het kunstenaarscollectief iLLUSEUM in de Amsterdamse Chassékerk een ‘heidens’ kunstwerk op het altaar had geplaatst, waar het bisdom Haarlem aanstoot aan nam. Wat het bisdom nog precies te zeggen heeft over wat er in de Chassékerk gebeurt, is onduidelijk. Het gebouw is door de kerk in 2007 verkocht en nu eigendom van wonincorporatie Ymere (volgens Trouw) en/of zakenman Lenny Balkissoon (volgens het Noordhollands Dagblad). Wat de nieuwe bestemming van het pand is, lijkt ook in nevelen gehuld. Het Noordhollands Dagblad noemde een “cultureel centrum”, maar in Trouw was sprake van “een dansschool en een gymzaal”.

Het kunstenaarscollectief schrijft: “In ons kontrakt met Ymere stond niets over een co-eigenaarschap van het bisdom Haarlem, er stond alleen het inachtnemen van ‘waardig gebruik van de ruimte’. In ons begrip van dit woord hebben we ons hier altijd aan gehouden.”

In het gebouw, dat vroeger de kerk van Onze Lieve Vrouwe van Altijddurende Bijstand heette, algemeen bekend staat als Chassékerk en door de kunstenaars de Eeuwigheid is genoemd, vonden al eerder cultureel-religieuze manifestaties plaats; bijvoorbeeld de godinnenprocessie waarover was te lezen in de vorige aflevering van deze nieuwskroniek.

sun&moon

Het ‘heidense’ beeld dat zoveel ophef veroorzaakte, beeldt het heilige huwelijk uit tussen de zon en de maan. Andere kunstuitingen van het iLLUSEUM waar de katholieken bezwaar tegen maakten, waren volgens een brief van de woningbouwvereniging “skeletten in het kader van Allerzielen, Azteekse rituelen enz.” Op grond hiervan mogen de kunstenaars niet langer gebruik maken van de ruimte. Ook zullen resterende katholieke symbolen zoals de glas-in-loodramen en de mozaïekvloer in het gebouw worden verwijderd of bedekt met cement.

Het beeld is inmiddels uit de Chassékerk, maar zal tijdens de ‘Museumn8’ op 5 november te zien zijn in de Oude Kerk te Amsterdam.

Jaartelling

De BBC was wel bereid niet-christenen eens wat tegemoet te komen en gaf daarom het (niet-bindende) advies aan medewerkers, niet langer de termen BC en AD (Before Christ – voor Christus en Anno Domini – na Christus) te gebruiken. In plaats hiervan stelde men CE en BCE voor: Common Era en Before Common Era (gebruikelijke / voor de gebruikelijke jaartelling). In plaats van Common wordt ook wel Current (huidige) gezegd.

In Nederland werd jaren geleden al in kleine kringen “voor en na Christus” soms vervangen door iets als “voor / volgens de gangbare jaartelling”. Dat bleek in de praktijk niet zo handig, deels doordat de afkortingen het zelfde waren, maar ook omdat er, in tegenstelling tot de Engelse versie, geen C in voorkomt. CE kan immers ook worden opgevat als Christian Era (Christelijke jaartelling), door iemand die niet bekend is met de religieus-neutrale formule. ‘BCE’ achter een jaartal is daardoor beter te begrijpen dan iets als ‘vgt’.

Zo neutraal is CE / BCE trouwens niet, want als de christelijke indeling van tijdperken de “gebruikelijke” is, zijn alle andere jaartellingen blijkbaar ongebruikelijk, dus raar. In het Engels is het wel een verbetering voor niet-christenen, want Anno Domini betekent letterlijk “in het jaar des Heren” en daarmee wordt geïmpliceerd dat Jezus onze Heer is. In Nederland wordt AD door vrijwel niemand gebruikt.

Het Vaticaan was, zacht gezegd, niet blij met de BBC-richtlijn. In de krant L’Osservatore Romano schreef men dat het “gigantische onzin” was om “de historisch revolutionaire functie van de komst van Christus op aarde” aan het oog te willen onttrekken. Volgens de Vaticaankrant erkennen zelfs joden en moslims het belang daarvan en hanteren alleen totalitaire types van het slag Lenin en Mussolini een onchristelijke jaartelling. Over gigantische onzin gesproken…

Minst religieus land?

Tom Esslemont hoefde de jaartallen 1940 en 1991 niet te voorzien van ‘CE’ in het artikel dat hij schreef over Estland, want dat was wel duidelijk. In die periode maakte het land deel uit van de Sovjet-Unie. Onder het communistische bewind werd het openlijk belijden van een religie “niet aangemoedigd” schrijft de BBC-journalist, maar in tegenstelling tot in andere voormalige Sovjetstaten beleefde religie in Estland na het uiteenvallen van de Sovjetunie geen opleving. Slechts 20% van de bevolking zegt van zichzelf dat religie een belangrijke rol speelt in hun leven. Hiermee zou Estland statistisch gezien het minst religieuze land ter wereld zijn.

Volgens een deskundige heeft het christendom in Estland nooit veel voorgesteld omdat de missionarissen talen spraken die de mensen niet verstonden. De Lutheranen spraken Duits en Deens. Hun geloof werd gezien als het geloof van vreemde overheersers. Hetzelfde gold voor de Russisch-orthodoxen die in de 19e eeuw kwamen en aanvankelijk alleen maar Russisch spraken.

Het heidendom blijkt er echter bijzonder levend. Een Estse vorm van natuurspiritualiteit heet Maausk en de aanhangers noemen zich ook Maausk. Dit is moeilijk te beschouwen als een georganiseerde religie, schrijft de journalist, want er is geen voorgeschreven ceremonieel en er zijn geen heilige teksten. De bomen en de aarde zijn volgens de Maausk dragers van kracht. Het goddelijke bevindt zich in de natuur en de mensen zoeken harmonie met de natuur en met hun eigen ziel. Ze vieren midzomer met een groot kampvuur, liedjes, het maken van een reuzeschommel en het vlechten van bloemenkransjes die de jonge meisjes een echtgenoot moeten bezorgen.

Een archeoloog merkt op dat de Estse natuurreligieuze beleving vooral bestaat uit negentiende- en twintigste-eeuwse folklore. Er is niets middeleeuws of voorchristelijks aan, zegt hij. Maar volgens de organisatie Maavalla Koda ligt dat anders. Zij zeggen zich te baseren op eeuwenoude runenkalenders. Leden van deze organisatie praten met bomen. Ze leggen uit dat je de boom niet als object maar als subject moet zien. Het commentaar daarbij, dat eiken nogal oordelend zijn terwijl een lijsterbes soms erg scherpzinnig is, gaat de journalist merkbaar te ver.

Dayakreligie

In de New York Times stond een artikel over het geloof van de Dayak op Kalimantan (Borneo). Deze religie heet Kaharingan, maar bestaat officieel niet, omdat de Indonesische wet slechts islam, rooms-katholicisme, protestantisme, confucianisme, boeddhisme en hindoeïsme als religies erkent.

Vroeger noemden de Dayak zich rooms-katholiek, want dat was het geloof van de scholen en als je een goede opleiding wilde, moest je je bekeren. Maar nu zijn er mensen die zeggen dat Kaharingan een vorm van hindoeïsme is. Lewis Koebek Dandan Ranying is van mening dat de Dayak van oudsher hindoes zijn, maar dat dit besef door de loop der eeuwen en onder druk van de Nederlandse verdeel-en-heerspolitiek is verdwenen.

Anderen zeggen dat de Hindu Kaharingan als zodanig pas dertig jaar bestaat en is ontstaan onder Suharto. Diens regering stimuleerde godsdiensten als tegenwicht tegen het communisme, zolang ze maar een heilig boek hadden. Voor de gelegenheid werd daarom voor de Hindu Kaharingan een heilig boek opgesteld, de Panaturan, en een priesteropleiding in het leven geroepen. Ceremonies die tot dan toe in de buitenlucht of binnenshuis plaatsvonden, werden verplaatst naar speciale tempelgebouwen.

Kaharingan is voor een buitenstaander niet herkenbaar als hindoeïsme. Goden als Shiva en Vishnu zijn onbekend en er wordt geen gebruik gemaakt van hindoeïstische begrippen zoals karma, of symbolen als de swastika. Er is daarentegen sprake van een wereld van de Sangiyang, dat zijn de geesten en voorouders, die “boven” wordt genoemd. Afgezien van de bureaucratisch verplichte priesters, lijkt er geen priesterkaste te zijn. Er zijn wijze mensen die de esoterische taal van de Sangiyang spreken en mediums die genezingsrituelen uitvoeren.

Sommige Dayak willen ijveren voor een zelfstandige status van hun geloof. Anderen zeggen dat de tijd daar nog niet rijp voor is, en dat ze voorlopig maar als hindoes te boek moeten staan.

Lieve heksen, enge elfjes

Volgens een bericht in The Telegraph raadde deskundige Anne O’Connor in het blad Nursery World magazine de peuterspeelzalen in Engeland aan, om heksen in de poppenhoek voortaan in het roze te kleden en elfjes in donkere kleuren. Dit om racistische stereotypering te voorkomen.

Ook zou er niet alleen maar wit papier moeten zijn en meer keuze in (huid)kleurpotloden. Het was een serieus artikel, uit september, niet van 1 april! Bovendien moesten volwassenen op de vraag naar hun lievelingskleur “zwart” of “bruin” antwoorden. Waarmee de elfjes in hun nieuwe outfit natuurlijk weer worden voorgetrokken en de roze heksen het nakijken hebben…

‘Snape’ favoriet

Zwarte kleding en weinig toeschietelijk gedrag vormden geen bezwaar voor de Harry-Potterfans die hun favoriete personage mochten kiezen in een enquête gehouden door Bloomsbury, de uitgever van J.K. Rowlings boeken. De altijd geheel in het zwart gehulde professor Severus Snape (Sneep) kwam als winnaar uit de bus.

Kleine kinderen vinden Snape eng. In de extra’s bij de eerste films is te zien hoe zelfs de jonge acteurs die Harry en zijn vriendjes speelden, toegaven een beetje bang te zijn voor Alan Rickman, de acteur die zo overtuigend Snape wist te spelen. Maar aan het eind van de serie blijkt dat Snape ondanks zijn duistere voorkomen uiteindelijk toch de goede zaak diende.

De slimme Hermione Granger (Hermelien Griffel) werd tweede; derde was Sirius Black (Zwarts) – alweer iemand met zwarte kleding die aanvankelijk een moordenaar lijkt, maar later een hart van goud blijkt te hebben – en Harry zelf kwam op de vierde plaats.

Opmerkelijk was de aanwezigheid in deze top-40 van de sadistische machtswellustelinge Dolores Umbridge (31e plaats). Zouden de fans die voor haar hadden gestemd, zijn misleid door haar nette roze mantelpakjes? Waarschijnlijk niet, want nog vóór haar in de lijst staan de chagrijnige racistische huiself Kreacher en de griezelige geesten van depressie de Dementors. Dat zijn visueel kleurloze figuren.

IJslandse elfen

En of elfen buiten de Harry-Potterwereld nu altijd zo lieflijk zijn? Op IJsland legden enkele bewoners van Bolungarvik een reeks ongelukken en instortingen bij de aanleg van een gletsjerdijk, uit als de woede van “elfen en het verborgen volk”. Men had deze wezens namelijk niet om toestemming gevraagd voor de werkzaamheden en het veelvuldig gebruik van dynamiet zou hen te veel zijn geworden. Nog geen jaar eerder was er ook al een tunnel aangelegd, eveneens zonder voorafgaande goedkeuring van het elfenvolk.

Zieners adviseerden de gemeenteraad om excuses aan te bieden, maar de raadsleden waren van mening dat er een andere verklaring moest bestaan en weigerden mee te werken. Andere bewoners hebben toen maar op eigen houtje een verzoeningsceremonie georganiseerd, met gebeden en liederen om de elfengemoederen te kalmeren.

Heks van tegenwoordig

In het tijdschrift Vrouw & Passie Magazine verscheen in september een artikeltje over ‘De heks van tegenwoordig’. Mariëlle Brink sprak hiervoor met een aantal heksen uit verschillende richtingen.

Joke en Ko Lankester spraken vanuit hun Gardneriaanse achtergrond en vertelden over de geschiedenis van de wicca. Ze benadrukten dat het geen therapie is om jezelf te vinden, maar een geloof met een sterke rationele inslag. Het gaat niet om het zien van verschijningen als elfjes en kabouters. Kennis en lange studie zijn belangrijk.

Volgens Manou, priesteres volgens de stroming van The Traditionals, gaat het er in wicca om, het goddelijke in jezelf te vinden.

Petra Stam viert niet-traditionele maanfeesten met een groep vriendinnen. Voor haar is het belangrijk dat ze in gelijkwaardigheid de verbinding kan aangaan met anderen en met het moment, “zonder de regie die je in een coven treft”.

Yoeke Nagel vertelde dat je binnen een opleiding tot heks je eigen krachten leert kennen, maar ook wordt geconfronteerd met je blokkades en schaduwkanten. De opleiding is daarom intensief en persoonlijk. De hekserij van haar stroming, Reclaiming, berust op “magie, zelfonderzoek en maatschappelijke verantwoordelijkheid”.

Heks van vroeger

Vroeger vlogen heksen nog wel rond op bezemstelen, leek een zinnetje in ‘De heks van tegenwoordig’ te willen zeggen, maar ze werden ook gemarteld en verbrand. In september werd in Italië een schrijnend overblijfsel gevonden van de oude ideeën over heksen. Op een begraafplaats in Piombino bij Lucca werd het 800 jaar oude skelet gevonden van een vrouw (een nieuwsbericht had het over de resten van een 800 jaar oude vrouw!) met zeven spijkers door het kaakbeen en omringd door 13 spijkers, die vermoedelijk in de grond waren geslagen om haar kleding vast te pinnen. Het graf was ondiep en er waren geen resten van een kist of lijkwade.

In een soortgelijk graf op dezelfde plaats lag het skelet van een vrouw omringd door 17 dobbelstenen. Dit waren niet zomaar geliefde persoonlijke bezittingen, want in de middeleeuwen mochten vrouwen niet dobbelen. Archeoloog Alfonso Forgione van de universiteit van L’Aquila is ervan overtuigd, dat deze vrouwen werden verdacht van hekserij en daarom op zo’n merkwaardige manier zijn begraven. Hij denkt dat dit wijst op een soort uitdrijvingsritueel. De oorzaak van de dood van de vrouwen is nog niet onderzocht.

Het bijzondere aan deze graven is dat ze zich op gewijde grond bevinden, vlak bij een kerk. Men vermoedt dat de vrouwen afkomstig waren uit belangrijke families, die hun invloed aanwendden om te voorkomen dat de begrafenissen in ongewijde grond zouden plaatsvinden. De archeologen zijn overigens niet op zoek naar heksengraven, maar naar de resten van de plaatselijke heilige Sint Cerbonius, die vijftien eeuwen geleden volgens de legende niet werd opgegeten door een beer, hoewel hij hiertoe was veroordeeld door de barbaarse bezetters van Toscane in die tijd.

Heksen en nonnen

De periode van de grote heksenvervolgingen kwam pas later. In de zestiende eeuw protesteerde de Nederlandse arts Jan Wier tegen de manier waarop vermeende heksen werden behandeld. Volgens hem waren pacten met de duivel, nachtelijke vluchten naar de heksensabbat en dergelijke, onzin en waren veel verdachten gewoon geestesziek. Je moest zulke personen niet veroordelen voor niet-bestaande misdrijven, maar op een humane manier behandelen. Vanwege deze opvatting wordt hij wel beschouwd als voorloper van de psychiatrie en kampioen van de mensenrechten.

Vera Hoorens schreef een boek over deze man, maar ook een artikel in Geschiedenis Magazine (oktober 2011). Uit het artikel ‘Bezeten kloosterzusters – Verpakte kritiek op de 16de-eeuwse katholieke kerk’ valt op te maken dat Wier niet zo ‘modern’ was als vaak wordt gedacht: “Omdat hij sommige heksen beschreef als geestesziek… Zijn pleidooi voor een menselijke bejegening van (sommige) verdachten…”  (cursivering door mij). Het lijkt er op dat hij met zijn kritiek op de heksenvervolgingen vooral kritiek wilde uiten op de katholieke kerk. In zijn tijd kwamen de vervolgingen nog voornamelijk uit die hoek.

In het boek Over duivelse begoochelingen, waarin Wier bezwaar aantekent tegen de heksenvervolgingen, besteedt hij veel aandacht aan duivelse bezetenheid in vrouwenkloosters. Dit is opvallend. Duivelse bezetenheid was voor zestiende-eeuwers namelijk iets anders dan hekserij: hekserij berustte op een pact met de duivel en was dus een welbewuste keuze van de heks, maar bezetenheid ging van de duivel uit en dat kon de bezetene niet echt helpen. Bezetenheid leidde zelden tot aanklachten van hekserij.

Moderne historici denken dat de ‘bezetenheid’ van nonnen een manier was om reclame te maken voor hun klooster: kijk eens, de duivel vindt ons een serieuze bedreiging en probeert ons uit alle macht dwars te zitten. Maar Wier geloofde werkelijk in de machinaties van de duivel. Ook voor de nonnen wenste hij een menselijker behandeling: hij vond bijvoorbeeld dat ze toestemming moesten krijgen om hun familie te bezoeken en om desgewenst het klooster te verlaten en te trouwen. Zijn fascinatie voor dit onderwerp lijkt echter meer gestoeld op verontwaardiging over het schandalige gedrag van de katholieke geestelijkheid, dan een belangeloze bevlogenheid voor humanitaire waarden.

Moderne duiveluitdrijving

Het geloof in duivelse bezetenheid bestaat nog steeds en lijkt meer voet aan de grond te hebben gekregen dan enkele decennia geleden. Bij het Tweede Vaticaanse Concilie, begin jaren zestig, werd het exorcisme vrijwel geheel afgeschaft. Maar volgens het Oostenrijkse tijschrift Falter maakt de katholieke duiveluitdrijving een comeback en zijn er nu psychiaters die patiënten doorverwijzen naar een exorcist, in plaats van andersom. Op een school in Wenen worden uitdrijvingen gedaan in overleg met de schoolarts. “Het is makkelijker, meer in lijn met de tijdgeest, om even snel een exorcisme te ondergaan dan om een lange en dure therapie te moeten volgen,” zegt een anonieme medewerker van het bisdom van Wenen.

Volgens Falter brengen exorcismen eerder geestelijke schade toe dan dat ze ervan verlossen, en wordt de beschuldiging van ‘duivelse bezetenheid’ soms aangevoerd om slachtoffers van seksueel misbruik de mond te snoeren.

Niet alleen katholieken geloven in duivelse bezetenheid. Uit Peru kwam begin oktober het onthutsende nieuws dat de burgemeester van Balsa Puerto en zijn broer, bijgenaamd ‘de heksenjager’, verantwoordelijk zouden zijn voor de dood van ten minste zeven sjamanen uit die regio in de afgelopen twintig maanden. Volgens de protestantse sekte waarvan de burgemeester en zijn broer lid zouden zijn, zijn sjamanen bezeten door demonen en moeten ze daarom worden gedood. De burgemeester ontkent elke betrokkenheid en zegt dat de sjamanen waarschijnlijk zijn vermoord door familieleden van onsuccesvol behandelde patiënten.

De sjamanen waren van het Shaui-volk en hielden zich bezig met het opzetten van een associatie om sjamanistische kennis uit te wisselen. Zeven van hen zijn vermoord aangetroffen; zeven anderen zijn vermist. Men neemt aan dat die ook zijn vermoord.

Verlichtingsreizen

Ook in Peru, maar dan anders. Rémi van der Elzen beschreef in Happinez (nr.6 – 2011) een reis die ze maakte onder leiding van sjamanendocent Alberto Villoldo. Villoldo is geboren op Cuba, opgegroeid in de Verenigde Staten waar hij psychologie en antropologie studeerde, en tenslotte naar Peru getrokken, op zoek naar “experts (…) die me meer konden vertellen over het buitengewone menselijke vermogen om zichzelf te helen.” In Peru maakte hij kennis met de Laika-indianen bij wie hij sindsdien leeft.

Volgens een vriendin van Van der Elzen is Villoldo “zoiets als de Dalai Lama van het nieuwe sjamanisme”. Hij heeft een organisatie opgericht, de Four Winds Society, die onder meer sjamanistische reizen door het Andesgebergte organiseert. De reis die Van der Elzen maakte, is de enige die toegankelijk is voor mensen die geen opleiding volgen tot sjamaan. Tijdens de reizen ontvangen de deelnemers diverse initiaties van Villoldo en de Laika-indianen, waarbij volgens de een “het vibratieniveau van je chakra’s wordt verhoogd” en volgens een ander “energetische zaden” in de reizigers worden geplant.

Ze leren ook over de vier waarnemingsniveaus die de Laika kennen. Deze niveaus corresponderen met de windrichtingen en met de krachtdieren slang (zuid), jaguar (west), kolibrie (noord) en condor (oost). De niveaus beginnen bij het lichamelijk-instinctieve van de slang en worden steeds subtieler. De adelaar (condor) bestrijkt het spirituele, heldere overzicht.

Het reisgezelschap bestond uit onder meer een ex-kolonel uit het Amerikaanse leger, een eigenaresse van een wietplantage en haar vriendin, een dertigjarig hippiemeisje met kennis van hallucinogene planten en haar stuurse puberzoon, en een voormalige huisarts met een burn-out. De ex-kolonel en ex-huisarts waren al opgeleid tot sjamaan. “Villoldo wil met zijn boodschap zo veel mogelijk mensen bereiken vóór december 2012, het einde van de roemruchte mythologische Mayakalender” schrijft Van der Elzen en ze citeert hem: “Dat is belangrijk. We richten ons op mensen die open staan voor onze boodschap en die de boodschap verder kunnen dragen, de healers van straks. Dit is een tijd van nieuw bewustzijn. We willen mensen energetisch voorbereiden…”

Middeleeuwse kasteelbescherming

Wie wel op reis wil, maar drieduizend dollar wat veel vindt of meer belangstelling heeft voor geschiedenis dan voor het nieuwe tijdperk, kan misschien naar Wales. In Nevern Castle werden bij de ingang twaalf leistenen platen ontdekt waarin ster-figuren en andere tekeningen zijn gekrast. De platen dateren uit de fase waarin het Normandische kasteel werd opgetrokken in steen, tussen 1170 en 1190.

Archeologen denken dat de inscripties ritualistische tekeningen zijn die boze geesten moesten afweren. De ingang is de enige plaats van het kasteel waar deze platen zijn gevonden. Ingekraste tekeningen uit de middeleeuwen zijn zeldzaam. Men verwacht uit deze vondst meer te weten te komen over de belevingswereld van de steenhouwers, dienaren en boeren, die werden ingeschakeld om het kasteel te bouwen. De leisteen wordt nu schoongemaakt en de afbeeldingen worden vastgelegd. De gemeente Nevern hoopt de platen op den duur onder haar hoede te krijgen als lokaal erfgoed.

Egyptisch-Romeinse cultuur

De toekomst van het geplande museum in de Egyptische oase Dachla en zelfs de huidige toestand van de opgravingen aldaar zijn onzeker, nadat het Nederlandse archeologische team er halsoverkop vertrok en de Minister van Oudheden Zahi Hawass werd afgezet. De plannen om verder te gaan met de opgravingen in de herfst, zijn verschoven naar januari 2012, ruim na de verkiezingen en daar mogelijk uit voortvloeiende “nieuwe onlusten”.

De Leidse hoogleraar in de Egyptologie Olaf Kaper werkt sinds 1991 aan de opgraving en reconstructie van een ‘mammisi’, een kleistenen kapel van 12 bij 5 meter, die in dat jaar werd gevonden in het antieke dorp Kellis in de Dachla-oase. De kapel dateert uit de tweede eeuw en is het enige gebouw in Egypte waarin faraonische en Romeinse elementen zijn gecombineerd in de schilderingen.

Toen de kapel werd gevonden, stonden alleen de muren nog overeind. De rest lag als ‘Een Egyptische legpuzzel met ontelbare stukjes’ (zo luidde de kop van het artikel hierover in Trouw van 17 september) in het woestijnzand.

In de kapel waren 400 goden afgebeeld. Mogelijk werden priesters hier opgeleid en maakten ze zo kennis met de diverse goden en hun attributen. De belangrijkste functie van de mammisi was echter de rituele hergeboorte van de god Toetoe. Eens per jaar werd zijn beeld uit de hoofdtempel gehaald en naar de mammisi gebracht, waar de god met hulp van de 400 goden nieuwe energie opdeed om de mensen weer naar behoren te beschermen tegen ziekte en ongeluk.

In de oase is ook een vijftien meter hoge piramide gevonden uit de Romeinse tijd, namelijk uit de eerste eeuw na Christus. Deze vondst betekent dat de geschiedenis van de piramidebouw moet worden geschreven. Tot nu toe werd aangenomen dat na ca. 500 v.C. geen piramiden meer werden gebouwd.

Een andere belangrijke vondst is een tempel gewijd aan de woestijngod Seth. Interessant hieraan is dat de verering van deze god elders in Egypte vanaf de twintigste dynastie afnam, toen de god van het dodenrijk Osiris in zwang kwam. Seth kreeg toen een slechte reputatie als moordenaar van Osiris. Zijn tempels werden in verschillende plaatsen verwoest, maar in de oase van Dachla bleef hij onverminderd populair.

~ Met dank aan iedereen die mij nieuws toestuurde of me er op attendeerde ~

Over Medeia

Een belangrijke, niet-christelijke basis van onze zgn. westerse beschaving is het oude, deels imaginaire, Griekenland. Medeia is een naam uit de Griekse mythen, waar zij echter werd beschreven als een sinistere snuiter uit het barbaarse Oosten. De spanning die voortkomt uit een denken in tegenstellingen, zoals erbij horen / een buitenstaander zijn, is in Medeia’s beleving een drijvende kracht in ‘de oude religie’. Uit de nalatenschap van de klassieke oudheid stamt ook het ideaal van de Kunst als toegang tot een andere dan de alledaagse werkelijkheid. Medeia schrijft sinds 2010 voor Wiccan Rede.
Dit bericht is geplaatst in Nieuws met de tags , , , , , , , , , , , . Bookmark de permalink.

2 reacties op Oud nieuws in de verjongingsketel gegooid – Samhain 2011

  1. Morgana schreef:

    Waarschijnlijk. Toen wij de kerk gingen versieren hadden wij geen problemen, geen tegenwerking. Het was ook heel erg mooi, maar wel heel vrouwelijk dus wel reden voor consternatie. :-)))))

  2. Mandragora schreef:

    Bizar dat nieuws van de Chassékerk. De Godinnenprocessie was blijkbaar geen probleem? Of was het een kwestie van ‘wat niet weet, wat niet deert?’

Reacties zijn gesloten.