Oud nieuws in de verjongingsketel gegooid – Samhain 2017

Behekste kamerplantjes, te koop in de griezelmaand oktober

Griezelen

Oktober is populair als themamaand. Mnd vd Geschiedenis, zag ik in een boekwinkel. Maand van de Verzwegen Geschiedenis, luidde het elders. Maand van de Opvoeding. Borstkankermaand. Maand van de Klassieke Muziek. Inktober (een ‘challenge’ voor tekenaars om gedurende de hele maand dagelijks een pentekening te maken en online te plaatsen, eventueel geïnspireerd door een ‘woord van de dag’).

Maar oktober is bovenal een griezelmaand. In elk geval dit jaar. De kinderboekenweek viel zoals gewoonlijk in deze maand en had dit keer als thema ‘Griezelen – gruwelijk eng!’ Zoals te verwachten was, wilden christelijke scholen daar niet aan meedoen omdat griezelen “namelijk meestal onlosmakelijk verbonden [is] met het occultisme. Denk aan magie, vervloekingen, rituele (mensen) offers en duistere wezens.” Hè ja, begin vooral over duistere wezens en mensenoffers als je niet wilt dat kinderen bang worden gemaakt!

Vrijdag de 13de

En dan viel 13 oktober dit jaar ook nog eens op vrijdag. National Geographic besprak enkele theorieën over de mogelijke functie en herkomst van het idee dat vrijdag de dertiende een ongeluksdatum zou zijn. Het artikel noemt de veelgehoorde verklaring dat dit zou teruggaan op het verhaal over Jezus die werd verraden door Judas, de dertiende in het gezelschap, en gekruisigd op (Goede) vrijdag. Historiek noemde een vergelijkbaar verhaal met Balder en Loki, en iets over heksen die op vrijdag met z’n twaalven zouden samenkomen, met als dertiende aanwezige de duivel. Een andere populaire verklaring werd door menigeen op Facebook vermeld: de massa-arrestatie van Tempeliers door de Franse koning Filips de Schone op vrijdag 13 oktober 1307.

Paradoxaal genoeg lijkt het bijgeloof tot gevolg te hebben dat mensen op vrijdag de dertiende voorzichtiger zijn dan anders, waardoor het juist een relatief veilige dag wordt: “in een studie uit 2008 van het Nederlandse Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS) werd onthuld dat er op vrijdag de dertiende juist minder verkeersongelukken plaatsvinden dan op andere vrijdagen. Ook het aantal gemelde branden en diefstallen ging omlaag”.

Heksenmaand

Oktober is de heksenmaand, was bovendien her en der te lezen. Ik wist niet dat heksen een eigen maand hadden, maar het zal te maken hebben met de aanloop naar het steeds populairder wordende Halloween, waarbij huis en tuin worden opgesierd met ‘enge’ motieven als spinnen, vleermuizen c.q. vampiers, grijnzende pompoenen, spoken en heksen. Het hekserige aanbod van Nederlandse winkelketens bestaat in oktober uit dergelijke Halloween-spulletjes, maar andere verkopers zien in het idee van de heksenmaand aanleiding om hun meer magisch gerelateerde aanbod onder de aandacht te brengen, van gietmallen voor ‘voodoo’poppetjes van was tot tarot-kaartleggingen. Verkoopwebsites blijken echter nogal eens bezwaar te hebben tegen dergelijke handel en verwijderen alles wat vagelijk aan paganisme, occultisme, magie of hekserij doet denken. Dit is wel duidelijk: voor veel mensen zijn de begrippen ‘heks’ en ‘griezelig’ nauw verwant.

Een link naar een verkoopster van kralenarmbandjes van ‘healing crystals’ leidde tot deze foutmelding, die – bedoeld of onbedoeld? – doet denken aan het driebenige babyhansopje dat Morticia breit tijdens haar zwangerschap in de film ‘Addams Family Values’

Feminisme en wicca

Maar er zijn er ook voor wie ‘heks’ staat voor feminisme of vrouwenkracht. De historicus Owen Davies publiceerde op een blog van Oxford University Press een fragment uit de dit jaar verschenen Oxford Illustrated History of Witchcraft and Magic. Davies beschrijft hoe de Gardneriaanse opvatting van heksen als aanhangers van een voorchristelijke vruchtbaarheidscultus, die de Kerk had willen uitroeien, in de Amerikaanse tegencultuur van de jaren zestig en zeventig werd gecombineerd met de gedachte die in feministische kringen werd gehoord, dat er in de Europese heksenvervolgingen sprake was van een gynocide door het patriarchaat. De actiegroep W.I.T.C.H. maakte, overigens zonder tot de wicca te behoren, als eerste gebruik van het rebelse imago van de heks dat in deze tijd ontstond.

In wicca- en paganistische groepen werd het patriarchale gehalte van de eigen gemeenschap onder de loep genomen. Z Budapest stond aan de wieg van de Dianics, een radicaal-feministische vorm van hekserij waarin het mannelijke geen rol speelt. Zij schreef The Feminist Book of Lights and Shadows, maar ook de chant We all come from the Goddess en was niet geamuseerd toen anderen daar het stukje met ‘hoof and horn’ aan toevoegden. Het valt niet te ontkennen dat “All that falls shall rise again” ondanks het beeld van het vallende graan tamelijk fallisch aandoet!

Van grote invloed was het boek The Spiral Dance van Starhawk. Zij bracht hierin de wicca in verband met milieubewustzijn, feministische spiritualiteit en politiek activisme. Ook homo-activisten lieten in de jaren ‘70 van zich horen en leverden kritiek op de voorstelling van de ‘natuurlijke’ vruchtbaarheid tussen man en vrouw als wezenskern van de wicca. Leo Martello, de oprichter van de Witches’ Liberation Movement en de Witches Anti-Defamation League, was openlijk gay en zette deze kwestie op de agenda.

Deze ontwikkelingen maakten dat de wicca zich begon los te maken uit de hiërarchische structuren van magische groeperingen zoals de Golden Dawn, schrijft Davies. Het idee van een min of meer geheime ‘broederschap’ of elitaire orde waartoe men toetrad door initiatie en waar rituelen door minimaal twee personen moesten worden voltrokken, werd meer en meer losgelaten en er kwamen solitary practicioners. Zelfs Doreen Valiente, eens Gardners hogepriesteres, werkte op latere leeftijd liever solitair, schrijft Davies. Hij citeert Witchcraft for Tomorrow, waarin zij schreef: “Ik weet dat veel mensen vraagtekens plaatsen bij het idee van zelf-initiatie (…) Hen wil ik één simpele vraag voorleggen: wie wijdde de eerste heks in?”

Vrouwenkracht

“Hekserij anno 2017 betekent vrouwenpower” schreef Hedwig Wiebes in het artikel ‘Trots op je innerlijke bitch’ in Viva (nr.39), dat op de cover werd aangekondigd met de woorden: “Nieuwe trend: de heksenclub (Lorde en Lana del Rey zijn ook lid)”. Vrouwelijke artiesten als Azealia Banks, Lorde en Florence Welch noemen zich openlijk heks en drukken daarmee hun kracht en onafhankelijkheid uit. Lana Del Rey riep haar fans op, mee te doen aan de binding spell tegen Donald Trump.  Bij vrouwendemonstraties waren borden te zien met de tekst: ‘We are the daughters of the witches you failed to burn’.

Viva beschouwt de populariteit van hekserij als onderdeel van een nieuwe feministische golf: “Onderwerpen als seksueel geweld en geboortebeperking staan nog altijd op de agenda, thema’s als eigenwaarde en seksisme zijn daarbij gekomen. (…) Een heks is namelijk dé belichaming van de ultieme vrouw. En dan hebben we het niet alleen over onschuld en lieflijkheid of andere zachtaardige kwaliteiten die voornamelijk mannen in de loop der tijd graag benadrukten. Nee, het gaat ook over je andere kant: over het omarmen van de wilde, boze en compromisloze vrouw die je soms óók bent.”

Hekserij heeft behalve een emanciperende ook een spirituele kant. Wat die precies behelst, blijft mysterieus in de Viva. Het lijkt iets te maken te hebben met dicht bij de natuur staan, leven volgens de maancyclus, dromen analyseren, kruidenthee drinken en lavendelolie op je kussen doen om beter te slapen. Of iets met mode, want ‘witches are the new black’ en Comme des Garçons heeft zich door heksen laten inspireren, terwijl Dior kleding met tarot-motieven brengt. Maar “Sommigen geven de voorkeur aan Wicca, dat je in principe een religie kunt noemen”.

Verbinding

Kan iedereen heks worden? Daar bestaan geen harde regels voor,” stelde de Viva. In RTL’s programma Koffietijd antwoordde Lunadea dat dat in principe kan, maar dat van de mensen die zij kende die zich bezighielden met hekserij, iedereen daarover zei: ik ben als heks geboren.

Lunadea komt met andere heksen samen in een park in Zaandam. In het korte item is te zien hoe zij hen dingen leert als het voelen van een aura en het tussen beide handen generen van een soort ‘bolletje’ van energie of lucht. Hekserij had vroeger te maken met de geneeskunde van kruidenvrouwen en –mannen aan de rand van de samenleving, vertelt ze, maar tegenwoordig wonen heksen ook in een flat in de stad. Hekserij is geen hobby, maar een levenswijze die diepgang geeft. Een van de fijne dingen eraan is de verbinding met andere mensen die op dezelfde manier in het leven staan.

Mannelijke heksen

Voor journalisten geldt het vaak nog als opmerkelijk nieuwsfeit dat heksen ook mannen kunnen zijn. Op Facebook zag ik een oproep waarin werd gevraagd naar een “liefst mannelijke” heks die zich wilde laten interviewen en op de foto zetten.

VICE interviewde de mannelijke heks Eric. Volgens Eric kun je geen heks worden, maar het alleen maar zijn. Een heks heeft verstand van kruiden, stenen en maanstanden, maar heeft daar geen opleiding voor gevolgd. Dat is een verschil met de wicca. Als niet-opgeleide heks hoef je je niet aan zoveel strenge regels te houden als in de wicca, zegt hij. Je moet alleen zorgen dat je niemands vrije wil beïnvloedt of schade toebrengt. Eric mediteert, groet de maan aan de hemel, viert jaarfeesten en probeert de natuur zo schoon mogelijk te houden.

Melchior werd geïnterviewd door een eerstejaarsstudente Journalistiek van de Hogeschool Utrecht, die voor de verandering eens niet verbaasd constateerde dat er ook mannelijke heksen bestaan. Melchior heeft wel een opleiding gevolgd. Hij is nu hogepriester van een coven in Utrecht, waar hij zelf weer andere heksen opleidt. De kern van wicca is voor hem het vieren van de feestdagen, gebaseerd op de maan en de seizoenen. Die zijn voor heksen zoiets als de Bijbel voor christenen. In wat zich afspeelt in de natuur zijn processen in jezelf te herkennen. De natuur toont je, als een spiegel, waar je zelf mee bezig bent. Daarom ook is het belangrijk dat je je verantwoordelijkheid neemt voor een goede omgang met de natuur. Hoe je dat precies doet, moet iedereen voor zichzelf uitmaken. Melchior en andere leden van zijn coven scheiden hun afval, ruimen rommel op die ze in de natuur tegenkomen, en steunen de Partij van de Dieren.

Roodkapje wijkt van het gebaande pad af om bloemen te plukken. Afbeelding via de Koninklijke Bibliotheek

Wildernis

“De natuur zit tegenwoordig vol geboden en verboden,” constateert Marco Visscher in The Optimist (voorheen Ode) (nr.176). Lage takken worden van bomen gesnoeid om te voorkomen dat kinderen er in klimmen, vuurtjes stoken mag niet. Blijf op de gebaande paden! Alle mogelijke gevaren worden bij voorbaat bezworen. Maar de natuur is daardoor voorspelbaar en saai geworden. “Inmiddels verlangen we naar wat we verloren hebben. We zoeken wildheid.”

Dit nummer van The Optimist had het thema ‘wildernis’ en bracht onder meer een interview met ontdekkingsreizigster Arita Baaijens, die ooit haar baan opzegde om zo’n dertig jaar door onherbergzame streken te reizen. “De Sahara leerde me dat niets vaststaat, Siberië leerde me dat er meerdere werkelijkheden bestaan (…) Ik heb Ierse boeren bezocht die entiteiten ervaren op hun land, las over Ecuadoriaanse Indianen die zeggen te weten wat hun honden dromen. Als een hele cultuur iets ervaart dat ik niet zie, dan zeg ik niet meer: het bestaat niet.”

Een interview met Bram van de Klundert, die van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten toestemming kreeg om een aantal keer een week lang in een Nederlandse natuurgebied te verblijven. Zonder telefoon, radio of boeken ervoer hij een groot gevoel van verbondenheid met de natuur en besefte hij: “Ritme is de basis van het leven, dag- en nachtritme, de seizoenen, leven en dood. In de natuur is constant verandering. Als je daar niet mee wordt geconfronteerd, gaan mensen dingen kopen, tv kijken, reisjes maken… (…) Ook al kunnen dood en lijden verschrikkelijk confronterend zijn, het eeuwige leven is het ergste wat je kan overkomen.”

Fotograaf Thijs Heslenfeld verbleef herhaaldelijk een week of langer alleen in de Australische en later de Afrikaanse wildernis. “Na een paar dagen in de bush voel ik hoe de angst langzaam plaatsmaakt voor iets heel anders. Ik begin mij te verbinden met de natuur. Met de zon en de maan, de planten en de dieren. Ik begin te voelen dat de angst, de stilte en de eenzaamheid mij helpen contact te maken met mijzelf. (…) De functionele angst die ik op deze momenten voel, is de sleutel naar verbinding, en vrijheid. Angst en verbinding zijn helemaal geen tegenpolen: het zijn twee kanten van dezelfde medaille.”

En meer lezenswaardige artikelen over de betekenis die de wilde natuur voor mensen kan hebben.

Natuurreligies

Natuurreligies, of religieuze stromingen waarin de natuur als bezield wordt gezien, nemen toe in populariteit, stelde Kocku von Stuckrad, hoogleraar religiewetenschap aan de Universiteit van Groningen half juli in Trouw. Een ethische omgang met alles wat leeft staat hierbij voorop. Nieuwe paganistische stromingen hebben vaak zelfbedachte rituelen zonder historische authenticiteit, maar dat maakt de gelovigen niet uit. Als voorbeeld noemde hij Ásatrú.

Dit stond als toelichting bij een interview met Ásatrú-hogepriesteres Frigga Asraaf. Zij vertelde dat ze ooit bij een runen-workshop een steen met een bepaalde rune oppakte en toen in zichzelf van alles voelde gebeuren, wat door anderen werd waargenomen als Wodan die zich haar toe-eigende. Sindsdien spreekt Wodan tegen haar. Hij heeft haar ook de naam Frigga gegeven. Soms vindt ze dat hij te weinig rekening met haar houdt, maar gelukkig kan ze lekker op de goden schelden als iets haar dwars zit, of bidden. Ze communiceert ook graag met bomen; die oordelen namelijk niet zo snel als mensen. Planten en stenen hebben een bewustzijn, vertelde ze, al is dat anders dan het onze. Frigga zit in een scootmobiel en leeft alleen. Ze is daardoor wel eenzaam. “Goden zijn leuk, maar het zijn geen mensen.”

Wodanseiken

Johannes Warnardus Bilders: Bosgezicht bij Wolfheze. Olieverf op paneel. Collectie Rijksmuseum (afbeelding via Wikipedia)

Eind juli begon in Trouw een serie over plekken die door kunstenaars zijn bezongen, beschreven of geschilderd, met als eerste een artikel over de Wodanseiken bij Wolfheze. Het herfstnummer van Puur natuur (voor leden van Natuurmonumenten) besteedde ook aandacht aan deze eiken en publiceerde een wandelroute van ca. 10 km, beginnend en eindigend bij het treinstation.

De Wodanseiken danken hun naam aan de negentiende-eeuwse kunstschilder Johannes Warnardus Bilders. Hij was onder de indruk van de romantische schoonheid van het landschap bij Wolfheze en nodigde ook andere schilders uit om er te komen schilderen. Deze schilders werden later de Oosterbeekse School genoemd. Om het geheel nog romantischer te maken, gaf Bilders opvallende bomen namen als ‘Wodanseiken’ en ‘Duizendjarige Den’. Ook doopte hij, gekleed als druïde en staand op een omgekeerde kruiwagen in de Papiermolenbeek, dorpelingen met water uit de beek. Zij zwoeren daarbij dat ze de plaats waar Wodan en Thor huisden, met eerbied zouden betreden. Bij deze ceremonie werden ter afsluiting liederen gezongen en dansen opgevoerd.

De Duizendjarige Den is elf jaar geleden omgevallen en voedt nu zwammen, mossen, varens en andere bomen. Zijn werkelijke ouderdom wordt geschat op zo’n 250 à 417 jaar. De wandeling van Natuurmonumenten leidt langs een grove den die is aangewezen als opvolger. De meeste Wodanseiken staan er nog en bieden in de herfst een sprookjesachtige aanblik. De omgeving kent meer interessante plekken, onder meer de fundamenten van een elfde-eeuws kerkje dat in 1585 door Spaanse troepen werd verwoest, en grafheuvels, waaronder de Koningsheuvel waar rijke grafgiften zijn gevonden.

Megalieten

National Geographic – Historia (3/2017) bracht een artikel van Michael J. Gantley over prehistorische grafmonumenten en andere megalieten, met mooie foto’s. Een kaartje van West-Europa bij het artikel toont waar zich zoal grafheuvels, steencirkels en alignementen bevinden: in grote trekken langs de Atlantische kust, van Zuid-Portugal tot Zweden en met name in Bretagne en op de Britse eilanden, maar ook bijvoorbeeld in Zwitserland en op Sardinië. Een bijzonder indrukwekkende grafheuvel, met fraai bewerkte stenen in de gang die naar de grafkamer leidt, bevindt zich op het Bretonse eilandje Gavrinis.

Ook in Archeologie Magazine (4/2017) kwamen megalieten aan de orde, hier naar aanleiding van een recent verschenen boek van Herman Clerinx. Tijdens een wandeling vertelde Clerinx de schrijver van het artikel, Lou Lichtenberg, over nieuwe ontdekkingen op dit gebied. Twee decennia geleden dacht men bijvoorbeeld dat Stonehenge geen begraafplaats was, maar inmiddels zijn er zoveel menselijke botten gevonden dat dit beeld is bijgesteld en het toch als monument voor de doden wordt gezien.

Men heeft zich afgevraagd waarom mensen zulke monumentale stenen huizen voor de doden bouwden, terwijl ze zelf in houten en lemen hutten woonden. Vermoedelijk ging hierachter de gedachte schuil dat hout en leem vergankelijk zijn net zoals de levenden, terwijl de doden en de voorouders eeuwig zijn en daarom ook onvergankelijke behuizingen nodig hebben. Clerinx denkt echter dat de stenen monumenten óók bedoeld waren voor de levenden. “Net zoals staatshoofden ook nu nog een groots bouwwerk voor hun eigen eer en glorie laten optrekken. (…) Ook gemeenschappen en steden wedijveren met elkaar om de grootste menhir, dolmen, hunebed en later ook kathedraal, paleis, stadion, wolkenkrabber en outletcentrum.”

Ook nu nog zijn de megalieten voor menigeen meer dan gewoon een verzameling stenen. In de buurt van de menhirs van Oppagne ziet Lichtenberg witte en rode linten in de bomen en struiken hangen, en in het boek van Clerinx wordt een jongeman beschreven die wekelijks bij een menhir ‘geesten uitwisselt’ met zijn overleden verloofde.

Over Medeia

Een belangrijke, niet-christelijke basis van onze zgn. westerse beschaving is het oude, deels imaginaire, Griekenland. Medeia is een naam uit de Griekse mythen, waar zij echter werd beschreven als een sinistere snuiter uit het barbaarse Oosten. De spanning die voortkomt uit een denken in tegenstellingen, zoals erbij horen / een buitenstaander zijn, is in Medeia’s beleving een drijvende kracht in ‘de oude religie’. Uit de nalatenschap van de klassieke oudheid stamt ook het ideaal van de Kunst als toegang tot een andere dan de alledaagse werkelijkheid. Medeia schrijft sinds 2010 voor Wiccan Rede.
Dit bericht is geplaatst in Nieuws met de tags , , , , , , , , . Bookmark de permalink.