Recensie: drie boeken over (de oorsprong van) Sinterklaas

Het geheim van Sinterklaas en de Kerstman. Waarin u de duistere kanten en de magische krachten ontdekt van onze oeroude heidense volksgebruiken
Tonny van Renterghem
Kosmos-Z&K, 1996. 156 p. ISBN 90-215-3001-5 (uitverkocht, maar tweedehands verkrijgbaar)

Originally: When Santa was a Shaman. The ancient origins of Santa Claus and the Christmas Tree. Llewellyn, 1995.

Tonny van Renterghem emigreerde na de Tweede Wereldoorlog naar de Verenigde Staten, waar hij dertig jaar werkzaam was bij de film- en tv-industrie. Daarna keerde hij terug naar Nederland. Hij verdiepte zich tien jaar lang in de oorsprong van de kerstman. En van Sinterklaas en Zwarte Piet, speculaaspoppen, de kerstboom en andere gebruiken en figuren. Het boek opent met de brief van een achtjarig meisje aan een krant in New York in 1897, en een deel van het antwoord dat in de krant verscheen. “Ja, de Kerstman bestaat. Hij bestaat zo zeker als liefde, vriendelijkheid en toewijding bestaan; … De ware dingen in het leven zijn die, welke kinderen en grote mensen niet kunnen zien. …”

Van Renterghem verkent oude mythen en rituelen, en legt links tussen de – op grottekeningen afgebeelde – dansende sjamaan uit de oertijd, Wodan, de heidense winterzonnewende, en Sinterklaas en de Kerstman. Zelf zegt hij: “Beschouw dit boek maar gewoon als een oud detectiveverhaal, een speurtocht naar wortels, dat u bij voorkeur leest bij een gezellig haardvuur tijdens een koude winteravond. / Veel in dit boek is noodzakelijkerwijs gebaseerd op gissingen en op vergelijkingen met nog bestaande primitieve culturen. Daarom verwacht ik dat toekomstige studies een aantal van mijn bevindingen zullen verwerpen of bevestigen. Ik hoop echter dat deze poging anderen zal aanmoedigen om dit onderwerp nog dieper te onderzoeken.” De bibliografie van dit boek is zeer uitgebreid, en aan het dankwoord te zien is de auteur ook te rade gegaan bij musea als het Catharijneconvent en het Rijksmuseum, bij het Meertensinstituut en een kenner van eilandgebruiken op Texel.

Het boek zelf is al een samenvatting van heel verschillende onderwerpen, die ik hier alleen aanstip aan de hand van de inhoudsopgave en onderdelen van de inhoud van elk hoofdstuk:
– Voorwoord
– Inleiding (Gaia, de sjamaan en de geboorte van de mythe)
– De brandende boom (hoe de mens het vuur ten geschenke kreeg)
– Het overleven van de religie (de heidense viering van het leven en voortplanting versus de christelijke fascinatie met dood, zonde en hiernamaals)
– Het berekenen van de tijd (kalenders, verschillende data, begin van de dag bij zonsondergang)
– De oude herinnering (blijvend groene gewassen; ‘de boom van vuur’).
– De sjamaan: de vroege voorouder van Sinterklaas, Zwarte Piet en de Kerstman (vruchtbaarheidsceremonieën)
– Het kruis en de bezem (Germaanse goden, het Romeinse pantheon, Herne/Pan)
– De Nederlandse Sinterklaas en Zwarte Piet (en de Beierse voorouders van Santa Claus; de duivelse, ‘zwarte’ slaaf; Sinterklaas in verschillende Europese landen)
– Oude wortels (“Was de Germaanse god Wodan de eerste Sint? Niet helemaal.”)
– Tradities (de overleving van oude heidense tradities in Nederland, Engeland en elders in Europa)
– De Grote Jacht (een fictieve ‘ooggetuige’ doet verslag van een Grote Jacht uit vroeger tijden)
– Het Grote Feest (vervolg van het fictieve verslag naar nu van de voorloper van ons kerstfeest en verwante feesten)
– Besluit (de donkere kant van de beschaving. Wat tienduizend jaar geleden wel werkte, maar nu niet meer. Hoe nu verder?)

Dit rijk geïllustreerde boek geeft een overzicht van allerlei gebruiken die aan de basis (kunnen) liggen van de huidige viering van Sinterklaas. Fascinerend! Waar het verhaal niet voor iedereen overtuigend zal zijn, geeft het wel opmerkelijke overeenkomsten die het bestuderen waard zijn. Bij veel van onze huidige ‘christelijke’ feesten is ook een duidelijke heidense achtergrond aanwezig. Dat geldt zeker voor het Sinterklaasfeest. De index maakt het zoeken in dit boek gemakkelijk (maar waarom ontbreekt de ‘roe’ daarin?). De bibliografie en illustratieverantwoording wijzen de weg voor wie zelf verder onderzoek wil doen.

 

Wild Geraas. Mijn wonderlijke reizen met Sinterklaas en kerstman
Arnold-Jan Scheer
Aspekt (‘non-fictie’), 2010. 227 p. ISBN 978-90-5911-901-7 .

Levenslang al is weekbladjournalist Scheer (ook bekend van tv-programma’s als Showroom en Paradijsvogels) geïntrigeerd door het fenomeen Sinterklaas. Tijdens een aantal reizen verkent hij de wortels van het Sinterklaasfeest. Hij komt in afgelegen bergdorpen in de Alpen en op de Nederlandse Waddeneilanden, maar ook elders in Europa en daarbuiten. In Myra (nu Demre) in Turkije en in Bari in Italië gaat hij op zoek naar de (letterlijke) restanten van de bisschop Nicolaas. In de afgelegen streken blijken er echter hele andere oorsprongen te zijn voor het Sinterklaasfeest. Duistere, heidense wortels. Sunneklaas, Old Nick, Samichlaus of hoe hij ook maar wordt genoemd, heeft waarschijnlijk te maken met zonnewendevieringen. Opmerkelijk is het verhaal van de ‘Klaubaufs’ in Oostenrijk, maar zeker zo frappant de besloten Sinterklaasvieringen op de Waddeneilanden. Hier wordt duidelijk hoe ‘Sinterklaas’ de vruchtbaarheid kan bevorderen…

Sinterklaas en de Kerstman zijn dezelfde, is ook de conclusie van Scheer, die zich baseert op overeenkomsten in illustraties van beide figuren, met een naaldboom over de schouder. De ‘heilige’ laat zich bijstaan door zwart geschminkte of in dierenvermomming verklede figuren. Niet altijd zijn het de helpers die als ‘duivels’ kunnen worden herkend. ‘Old Nick’ is een van de namen van de duivel. Tot in de negentiende eeuw trokken ‘Zwarte Sinterklazen’ rond in Amsterdam. Ook op de Veluwe (er was geen heilige) en in Friesland gingen zwarte sinterklazen rond, met een ketting aan het been, een bel, een bezem of takkenbos. Hun gezicht was met roet zwartgemaakt.

Tijdens zijn reizen wordt het Scheer duidelijk dat ‘Sinterklaas’ afstamt van de ‘Wilde Jacht’. Dat bewijzen is lastig, maar hij maakt het voor de lezer wel aannemelijk. Wat weerwolven, paarden, katten, heksen (Befana!), berserkers en ‘mummers’ ermee te maken hebben, staat te lezen in dit meeslepende boek. (Dat wel wat redactie had kunnen gebruiken. Er staan nogal wat taalfoutjes in en sommige zinnen zijn niet af). Wat Wodan en Sinterklaas gemeen hebben, wat die dansende sjamaan ermee te maken heeft, en of ‘Sinterklaas’ ook een vrouw had, komt allemaal aan bod. Evenals de fascinatie van de nazi’s voor duizenden jaren oude riten en de link – Germaanse mannenbonden – met de Ku Klux Klan.

Dit boek ontbeert een index, maar biedt een uitgebreide lijst van bronnen, waarbij ook documentaires, speelfilms en musea. Scheer – die een documentaire voorbereidt over Sinterklaas – geeft nog een aantal bijzondere feitjes in de appendix.

Het Sinterklaasboek
Eugenie Boer, John Helsloot
Waanders Uitgevers, 2009. Tweede druk 2010. 352 p. ISBN 978-90-400-8648-9. Nu € 7,50.

Dit kleine, dikke boekje geeft op iedere pagina een illustratie – vaak in kleur – met begeleidende tekst. In het voorwoord ruimt ‘Sinterklaas’ zelf al een aantal misverstanden uit de wereld. Hij komt niet uit Spanje (zie verder het hoofdstuk dat wel naar die reis genoemd is). Dit boek toont en bespreekt:
– de verering van Sint Nicolaas
– legendes over Sint-Nicolaas; de reformatie
– ‘Van Sint-Nicolaas tot Sinterklaas’
– Zwarte Piet; de reis van Spanje naar Nederland
– de intocht
– Sinterklaas en de commercie
– pakjesavond
– ‘Sinterklaas is van ons allemaal’
– de ontwikkeling van Santa Claus.

‘Het Sinterklaasboek’ beschrijft de geschiedenis van het fenomeen Sinterklaas in de lage landen, beginnend bij de ‘heilige’ Nicolaas (inmiddels niet meer als zodanig erkend door de katholieke kerk). De discussie over Zwarte Piet krijgt hierin wel een plaats, maar naar Wodan of de Wilde Jacht zul je tevergeefs zoeken. De cultuur rondom het Sinterklaasfeest – en hoe dat door de machtshebbers niet viel uit te roeien – wordt zeer uitgebreid belicht met talloze prenten en schilderijen. Ook hier helaas geen index, maar wel een uitgebreide opsomming van bronnen en een illustratieverantwoording. Een leuk en leerzaam boek voor iedereen die wel eens Sinterklaas gevierd heeft, en voor iedereen die met grote ogen naar dit typisch Nederlandse verschijnsel kijkt.

Over Jana

Wicca is mijn religie, achteraf gezien is dat altijd al zo geweest. Ik heb het geluk gehad mensen te leren kennen waarmee het goed klikte. In 1984 hebben zij me ingewijd in een Gardnerian coven. Anders was ik alleen verder gegaan. Mijn ideeën over de rol van man en vrouw komen in wicca terug. Zo ook mijn ideeën over het belang van natuur en milieu: ik vier de jaarfeesten en eet de groenten van het seizoen. En de Wiccan Rede ('Doe wat je wilt, mits het niemand schaadt') was al mijn lijfspreuk voor ik wicca leerde kennen.
Dit bericht is geplaatst in Boeken met de tags , , . Bookmark de permalink.