Recensie: Een wereld vol bijgeloof

Een wereld vol bijgeloof – van abracadabra tot de zwarte kat
Bart Lauvrijs
Standaard, 2007. 429 p. ISBN 978-90-02-22274-0. Nu € 9,99 (bij De Slegte en Selexyz).

Voorkant van het boek

“In dit fascinerende boek komt u alles te weten over de oorsprong en betekenis van bijgeloof. Bovendien legt de auteur de link naar aanverwante onderwerpen zoals druïdisme, wicca, kabouters en elfen. Want onze mysterieuze wereld vol bijgeloof kent geen grenzen.”
Tja, als je alles netjes binnen een kader plaatst van christendom, humanisme of atheïsme, dan behoren druïden en heksen tot het bijgeloof.

Het citaat komt van de ‘blurbs’ (de aanbeveling door de uitgever op de achterkant van het boek) en de tekst over wicca en druïdisme in het boek zelf is behoorlijk accuraat en respectvol geformuleerd. Het geeft wel aan hoe volledig auteur Bart Lauvrijs het onderwerp ‘bijgeloof’ behandelt in dit dikke boek. Heel veel gebruiken waarvan we meestal de achtergrond niet meer kennen worden besproken. Van vrijdag de dertiende, klavertjevier, onder ladders doorlopen, zwarte katten, kaarsjes op de verjaardagstaart en wittebroodsweken tot grafstenen. Van melk en honing, van haarlokken en oorlellen, kleurensymboliek, konijnepootjes, varkens en spinnen, tot ooievaars, pauwen en insekten, de maretak en zeemeerminnen. Van het bijgeloof van sporters en beroemdheden, tot de gebruiken en taboes rondom de hoogtijdagen in onze levens. Er is wel een verband met folklore.

Om te beginnen wordt uitgelegd wat bijgeloof is, en dat het woord inderdaad een waardeoordeel in zich draagt. Dat geldt zowel het Latijnse ‘superstitio’ als het Nederlandse ‘bijgeloof’. Na het inleidende hoofdstuk volgen er dertien andere die stuk voor stuk apart gelezen kunnen worden. Die gaan over dagen en getallen; het menselijk lichaam; huis en haard; de dierenwereld; het plantenrijk; zon, maan, sterren en elementen en over die belangrijke levensmomenten. En als genoemd gaat hoofdstuk 13 over ‘Transcendentie troef? Over Satan, engelen, elfen en kabouters’.

Het boek bevat een uitgebreide literatuurlijst – waarin vreemd genoeg Ineke Strouken van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur ontbreekt – en een nog uitgebreider register. Het leest lekker weg en je zou alle ruim vierhonderd pagina’s voor je plezier van voor naar achter uitlezen. Maar met de toegankelijke structuur en het register is het ook een fantastisch naslagwerk. Had je net als ik in 2007 deze uitgave gemist, schaf dan nu je exemplaar aan in de uitverkoop. De uitgever heeft gelijk dat dit een fascinerend boek is, en aan alles is duidelijk dat Bart Lauvrijs zeer goed op de hoogte is van het onderwerp.

Over Jana

Wicca is mijn religie, achteraf gezien is dat altijd al zo geweest. Ik heb het geluk gehad mensen te leren kennen waarmee het goed klikte. In 1984 hebben zij me ingewijd in een Gardnerian coven. Anders was ik alleen verder gegaan. Mijn ideeën over de rol van man en vrouw komen in wicca terug. Zo ook mijn ideeën over het belang van natuur en milieu: ik vier de jaarfeesten en eet de groenten van het seizoen. En de Wiccan Rede ('Doe wat je wilt, mits het niemand schaadt') was al mijn lijfspreuk voor ik wicca leerde kennen.
Dit bericht is geplaatst in Boeken met de tags . Bookmark de permalink.